Uit

Ga bij voorkeur niet het land op als het draagvermogen het niet helemaal toelaat en investeer in perceelsverbetering. Het loont voor de opbrengst bij bouwland en grasland. Dat was de boodschap van Herman Krebbers van DLV op de bijeenkomst van kenniscoöperatie Niscoo in het Friese Sint-Annaparochie gisteravond.

De bijeenkomst was met name gericht op akkerbouwers. Donderdagavond houdt Niscoo een vergelijkbare bijeenkomst die gericht is op melkveehouders. Volgens Krebbers gelden voor maïsland vergelijkbare adviezen als voor akkerbouwgewassen. Grasland is volgens de DLV’er zeer gevoelig voor bodemverdichting. Zware mestinjecteurs zijn daarin een punt van aandacht, zegt hij.

‘Niet zuinig zijn bij aanschaf banden’

Volgens Krebbers is het belangrijk dat boeren meer zelf weten over de toestand van de bodem, voordat zij met machines het land op gaan. Hij zegt dat investeren in drainage en in minder  bodembelastende machines op brede banden en mestaanvoer per slang zin heeft. Zware machines kunnen volgens de DLV’er vooral diepere verdichtingen veroorzaken als het land nog te nat is of de structuur te zwak.

„Je kunt meerdere dingen doen”, zegt Krebbers. „Maak je systeem niet te zwaar, werk met lage bandenspanning en met slangaanvoer. Wees niet te zuinig bij de aanschaf van banden. Er zijn fabrikanten die hele goede banden maken, die veel voorkómen. Als je grond gevoelig is voor verdichting, splits dan veldtransport en wegtransport.”

Vaste rijpaden

Vaste rijpaden en rupsbanden vragen om totale aanpassing van het machinepark. Krebbers ziet dit wel in het buitenland op grote bedrijven. De inzet van meerdere kleine en lichte (robot)units is nog toekomstmuziek en mogelijk duur, denkt hij. Het is volgens de DLV’er vooral belangrijk dat de boer alle kennis en inspanning gebruikt om vooraf beter te weten waar de gevoeligheid van zijn bodem zit. Met een profielkuil is vaak aan de doorworteling veel te leren over de storende lagen in de bodem, is zijn ervaring.

Tekst: Jorg Tönjes
Beeld: Trekkerweb