Op basis van het afgesproken fosfaatreductieplan zal elk melkveebedrijf gemiddeld 10 tot 11 koeien moeten inleveren, zo rekent voorzitter Kees Romijn (foto) van de LTO-vakgroep Melkveehouderij voor.
,,Als je kijkt naar de fosfaatreductie die we via het voerspoor hopen te bereiken, dan scheelt dat al 2 van de 10 koeien”, aldus Romijn. ,,Tel daarbij op de hoeveelheid fosfaat die verdwijnt met de stoppersregeling, dan scheelt dat voor de blijvers ook nog 3 à 4 koeien per bedrijf. Dan hou je dus nog 5 à 6 koeien over die weg moeten, om op of onder het niveau van 2 juli 2015 te komen.”
Vrijstelling
De regeling die de zuivelbedrijven gaan hanteren om boeren te stimuleren om minder melk te leveren en dus minder koeien aan te houden, is nog niet helemaal uitgewerkt, volgens Romijn. Er moet nog een referentiemoment worden vastgesteld, wat waarschijnlijk in 2016 zal liggen.
Maar er wordt wel getracht om bedrijven die via het afvoeren van koeien met hun dieraantallen al iets onder het niveau van 2 juli 2015 komen, vrij te stellen van de opgave om minder melk te leveren. ,,Dan zou je, bij goed management, met minder koeien toch dezelfde hoeveelheid melk kunnen blijven leveren”, schetst de LTO-voorman.
Veel bedrijven zullen daarvoor kiezen, denkt hij. Ook bedrijven die sinds 2 juli 2015 niet gegroeid zijn, hebben als ’t goed is geen last van het melkreductieplan, zegt Romijn. ,,Het gaat erom dat we het fosfaatóverschot wegwerken.” Voor bedrijven die sinds 2 juli 2015 wel hard gegroeid zijn, wordt het echter nog een zware dobber, weet hij.
‘Zwaard van Damocles afgewend’
Of Romijn blij is met het akkoord? ,,Nou, op zich wordt hier niemand blij van natuurlijk. Maar ik slaak wel een zucht van verlichting dat we er als sector in geslaagd zijn om een serieus pakket op tafel te leggen; iets wat de overheid niet is gelukt.”
,,Nog niet alles is duidelijk, maar er hing zó’n zwaard van Damocles boven ons hoofd… Als we de derogatie zouden verliezen, moesten we met 450.000 koeien inkrimpen. Volgens mij hebben we dat weten af te wenden. Nu staan er 175.000 op de teller. De ambitie van de Nederlandse melkveehouders was groter dan de milieuruimte; dus moest de groei worden begrensd. We hebben nu een perspectief geschetst voor de melkveehouderij, met een passend milieubeleid. Als iedereen wat bijdraagt, kunnen we gezamenlijk weer vooruit. ”
30 miljoen euro
Staatssecretaris Van Dam trekt 30 miljoen euro uit voor de hele operatie, vertelt Romijn. Daarvan is 23 miljoen afkomstig uit Brussel en 7 miljoen uit de eigen middelen van het ministerie van Economische Zaken. Van die 30 miljoen wordt 25 miljoen bestemd voor de opkoopregeling/slachtpremie van koeien van stoppende bedrijven. De resterende 5 miljoen is volgens Romijn bestemd voor de varkenshouderij: ,,Met die sector is Van Dam ook in gesprek over fosfaatreductie”, laat hij weten.
Zuivel legt ook geld bij
Romijn: ,,Wij zijn ook bereid om vanuit de zuivelsector zelf nog eens 25 miljoen euro op te brengen, zodat we echt een substantieel bedrag hebben voor een goede stoppersregeling.” de Rabobank zal dit mede faciliteren, geeft de LTO-voorman aan.
Fosfaatrechten voor stoppers
Cruciaal is volgens Romijn dat er binnen de stoppersregeling wordt afgesproken dat boeren die technisch stoppen met melken, maar op 1 januari 2018 wettelijk nog wel een landbouwbedrijf hebben, de fosfaatrechten uitgekeerd krijgen waar ze op basis van de peildatum recht op hadden.
,,Als je stopt met melken en je melkkoeien inlevert, beur je daar een bedrag voor vanuit de opkoopregeling. Dat moet voldoende hoog zijn om de resterende tijd tot 1 januari 2018 te kunnen overbruggen. Vervolgens kun je dan je fosfaatrechten verkopen.”
‘Koeien moeten van de teller af’
Romijn: ,,Het belangrijkste is nu dat er in Nederland koeien van de teller af gaan. Als je in de I&R-computer kijkt, zie je dat tot nu toe elke maand het aantal koeien in Nederland nog is toegenomen. Vanaf nu moet het zo zijn dat het aantal koeien elke maand afneemt. Alleen dan kunnen we de Europese Commissie overtuigen dat we het daadwerkelijk gaan redden.”
Terug naar niveau duurzame groei
De LTO-voorman voegt eraan toe dat de sector hiermee weer terugkomt op het productieniveau wat in 2011 is geschetst in het rapport over de duurzame groeimogelijkheden van de melkveehouderij. ,,Toen is aangegeven dat er ruimte was voor zo’n 10 procent meer koeien en 20 procent meer melk dan in 2011. Vandaag de dag zitten we op 24 procent meer melk en 20 procent meer koeien dan in 2011. Met dit pakket maatregelen komen we weer terug op het niveau wat destijds is geschetst, en wat pas in het huidige EU-plafond.”
Uit