Uit

De fosfaatrechten worden per bedrijf berekend op basis van het gemiddeld aantal gehouden koeien in referentiejaar 2014 en forfaitaire fosfaatproductie op basis van de gemiddelde melkproductie. Bedrijven waar de fosfaatproductie hoger is geworden dan in 2014 zullen terug moeten naar het niveau van 2014, toen het fosfaatplafond van de melkveehouderij nog niet overschreden werd.

Door meer gebruik te maken van de kringloopwijzer krijgen melkveehouders wel ontwikkelruimte, als ze efficiënter met mineralen om gaan.

Fosfaatrechten verhandelbaar binnen sector

De fosfaatrechten worden verhandelbaar binnen de sector. Het fosfaatplafond dat de melkveehouderij zichzelf heeft opgelegd wordt opgenomen in de wet. De schotten tussen sectoren blijven hiermee bestaan. Eventuele ruimte die vrij zou komen door inkrimping van de varkenshouderij kan hiermee niet gebruikt worden door de melkveehouderij.

Kringloopwijzer in wet onderbrengen

Het plan is om de kringloopwijzer in de wet onder te brengen. Hiervoor moet de sector de kringloopwijzer verder optimaliseren en borgen. Zolang dit niet gebeurt, worden de fosfaatrechten op basis van forfaitaire normen gehanteerd.

Peildatum en referentiejaar

Uitgangspunt van de toekenning van fosfaatrechten aan een melkveebedrijf is het gemiddeld aantal stuks melkvee in 2014: het referentiejaar. Wijzigingen die tussen 2014 en 2 juli, het moment van verzending van deze brief van de staatssecretaris aan de Kamer, nog hebben plaatsgevonden, kunnen bij de toekenning van fosfaatrechten nog worden meegenomen.
“Hiermee wordt voorkomen dat anticiperend gedrag wordt beloond, dat had kunnen plaatsvinden gedurende de periode dat duidelijk werd dat een rechtenstelsel zou worden ingevoerd tot het moment dat de wet die dit regelt in werking treedt”, schrijft Dijksma in een brief aan de Kamer.

Knelgevallenregeling

Bij de regeling komt ook een knelgevallenregeling om ondernemers te compenseren die onevenredig benadeeld worden door de toepassing van het referentiejaar en de peildatum.

Details uitgewerkt in regiegroep

Hoe de regels in detail komen, gaat een regiegroep bestaande uit het ministerie van Economische Zaken, LTO Nederland, de Nederlandse Zuivel Organisatie, NAJK, melkveehoudersvakbond NMV en stichting Natuur en Milieu (SNM) verder uitwerken. Doelstelling is dat de nieuwe wetgeving per 1 januari 2016 van kracht wordt. De wetswijzigingen van de mestwet zal eerst nog door de Tweede en Eerste Kamer moeten worden behandeld. Snelle inwerkingtreding is van belang voor behoud van de derogatie.