Hoe voorkom je de zomerdip?

Elk jaar weer lopen de melkveehouders tegen het volgende probleem aan: “Als de koeien richting het najaar weer meer op stal komen en wanneer de langste dag is geweest, produceren de koeien minder”. Dit is hoofdzakelijk te verklaren doordat de koeien die in juli, augustus hebben afgekalfd vaak niet goed zijn opgestart.

Om dit te voorkomen, komt de Eendracht met enerzijds een checklist waar is u als melkveehouder op kunt letten qua management en anderzijds met een nieuw voer voor uw opstartende melkkoe.

 

Het management bepaalt het succes!

De laatste jaren is de belangstelling voor het droogstandsrantsoen erg groot geweest. Inmiddels is duidelijk aan welke nutritionele eisen het moet voldoen.
Een aantal recente onderzoeken hebben echter laten zien dat met name een aantal managementfactoren ten minste net zo belangrijk zijn. Een aantal hiervan zal hierna besproken worden.

Lengte droogstand

Uit onderzoek van de Schothorst is gebleken dat de ideale droogstands-periode 4 -6 weken duurt. Voor tweedekalfskoeien wordt een periode van 6 weken aanbevolen.

Fris en smakelijk rantsoen

Een van de allerbelangrijkste succesfactoren voor een geslaagde droogstand is de versheid van het rantsoen.
Om te bereiken dat droogstaande koeien minimaal 11 tot 13 kg ds. opnemen en daarmee hun energie- en eiwitbehoefte kunnen blijven dekken, is dagelijks voeren van fris en smaakvol voer een noodzaak. Voeren van (oud) restvoer van de melkkoeien is dan ook niet bevorderlijk.

Te vaak wordt de hoeveelheid drogestof overschat en krijgt de droogstaande koe te weinig energie en eiwit binnen. Het komt soms voor dat droogstaande koeien reeds last hebben van ketose.
Het is zinvol om eens te wegen hoeveel drogestof er in werkelijkheid door de droogstaande koeien wordt opgenomen. Ook het meten van de hoeveelheid en kwaliteit van de biest geven een beeld.

Voldoende vreet- en ligplekken

Zorg dat droogstaande koeien moeiteloos bij het voer komen en voldoende vreetplekken hebben. Dit houdt in de praktijk in dat ze voldoende ruimte moeten hebben en zich niet naar de vreetplek te moeten hoeven vechten. Per droge koe moet er minimaal 75 cm voerhek beschikbaar zijn. De schothorst stelt dat de vreettijd met 15% omhoog gaat wanneer enkel de beschikbare vreetplek verhoogt wordt van bv. 0,5m naar 1m. Zodra je <0,65m per koe komt is er aanzienlijk meer agressie tussen dieren en ook verstoring van de voeropname bij ranglagere dieren.

 

Ook moet er voor voldoende ligplaatsen worden gezorgd. Een droge koe moet veel liggen. Een juist strooisel is hierbij van groot belang. Veel liggen ontziet onder andere ook de klauwen. Houd goed in de gaten welke dieren er relatief weinig liggen. Koeien die veel staan, hebben vaker problemen tijdens en na het afkalven.  Pas de breedte van de ligboxen aan in de droogstandsstal. Deze zouden minstens 1,25 meter breed moeten zijn.
Krachtvoerbox

De laatste dagen voor het afkalven daalt de ds.-opname van de koe tot wel 30%. En worden de vetreserves aangesproken. De afbraakproducten daarvan belasten met name de leverwerking en dat is ongewenst. Middels een krachtvoerbox kan men dan wat extra krachtvoer verstrekken. Ook kunnen de penspapillen zich weer aansterken/ wennen door het krachtvoer waardoor de absorptiecapaciteit van vluchtige vetzuren zal stijgen. Door krachtvoer kunt u tevens de energieopname voor het afkalven maximaliseren en het tegen gaan van de negatieve energiebalans rondom het afkalven. Men voorkomt hiermee vroegtijdige ketose.


Stress en hittestress

Zorg voor zo weinig mogelijk stress bij de dieren. Koeien moeten bijvoorbeeld ook tijdens het afkalven andere koeien kunnen zien. Veel ruimte tijdens de droogstand voorkomt stress.

Ook droge koeien kunnen te maken hebben met hittestress. Dit is al het geval wanneer de temperatuur boven de 25 graden komt. Probeer die situatie te vermijden, dus als de droge koeien buiten lopen, zorg dan dat ze binnen kunnen komen of ergens kunnen schuilen tegen de zon.
Verstrek de droge koeien in deze periode tweemaal daags fris voer om de ds.- opname op peil te houden.

Tabel: Hittestress, gemaakt volgens SFR normen:

tabel hittestress

 

 

 

 

 

 

Controle

Controleer de droogstaande koeien intensief. Op veel bedrijven staan ze vaak wat “achteraf”. Maar door te controleren welke dieren relatief vaak staan, te weinig pensvulling hebben, te veel afvallen of juist groeien, te weinig herkauwen, klauwproblemen hebben, etc., krijgt men juist die dieren in het vizier welke tijdens of na het afkalven problemen kunnen gaan geven.

Deze dieren kan men dan bijvoorbeeld extra gaan temperaturen in de periode na afkalven. De temperatuur mag normaal gesproken niet meer afwijken dan een halve graad van 38,5.

Ook kan men doelbewuster en gerichtere preventieve maatregelen nemen indien men tijdens de droogstand koeien signaleert die problemen kunnen gaan krijgen. Extra propyleenglycol voeren, wat langer in het strohok, dagelijks temperaturen etc. geven de juiste informatie om de meest gerichte maatregelen te nemen.
Een goede droogstand is dus meer dan het juiste rantsoen. Droogstandsmanagement is misschien wel een van de belangrijkste zaken op uw bedrijf.
Voeding

  • Let op dat de droge koeien (kuil)gras krijgen met een laag Kali-gehalte. Dit is de basis om melkziekte te voorkomen.
    • Te veel kali (en ook natrium) leidt tot een ongunstige kationen/anionen balans, hierdoor zijn de koeien gevoeliger voor melkziekte.
    • Apart kuilgras in gewikkelde balen is een optie; kali-arm, evt. chloorrijk bemest gras, > 40% drogestof, structuurrijk.
  • Word je bewust hoeveel melkziekte gevallen je eigenlijk hebt, misschien ben je al gewend aan de hoeveelheid Ca/Mg flessen die er jaarlijks doorgaan. Melkziekte is de stofwisselingsziekte die de meeste financiële schade veroorzaakt.
    • Melkziekte veroorzaakt veel trammelant; het zorgt voor een dip in de drogestof opname, verlaagde werking van het afweermechanisme en verminderde spierspanning. Daardoor een verhoogde kans op mastitis en problemen met de nageboorte.
    • Melkziekte verhoogt de toch al aanwezige stress!
  • Voer de droge koeien altijd een smakelijk rantsoen tussen de 13-14% RE en veel structuur.
  • Met een krachtvoer box kan je ook “2 groepen” realiseren.
  • De koe moet ALTIJD kunnen beschikken over veel en vers drinkwater, het drinkpunt moet minimaal 30 liter per minuut kunnen geven.
  • ELKE dag FRIS en VERS voer, dus geen resten van de melkkoeien! Je transitiekoeien zijn de belangrijkste koeien van het hele bedrijf, die moet je goed verzorgen.
    • Boeren die bekend zijn met ons compleet voer voor de kalveren; “Kälberglück”, kunnen wat Kälberglück over het pasgeboren kalf uitstrooien. De koe likt het kalf schoon en krijgt hierdoor meteen wat voer tot zich. Vervolgens het kalf direct weghalen en de verse koe aan het voerhek vastzetten met vers voer en de biest voor het kalf melken. afkalfende koe
    • De Eendacht heeft nu een mix voor de opstartende koe; “Rinderglück”. Het is een mix met maisvlokken en brok die alleen maar zeer hoogwaardige, glucogene en smakelijke grondstoffen bevat.

 

 

 

Zet de koeien bij maximaal 15 kg melk droog (liever nog minder), anders veroorzaakt het te veel stress en eventuele uiergezondheidsproblemen. De Schothorst stelt dat iedere 5kg boven de 12,5kg melkproductie op de dag van droogzetten, de kans op uierinfecties met omgevingspathogen bij afkalven verhoogt met 77%.

  • Je kan eventueel met krachtvoer afbouwen. Bij groepsvoeren eventueel apart zetten, maar mét contact met de koppel.
  • De laatste kilo brok stuurt niet veel meer, de basis moet goed zijn, anders wordt de brok een duur lapmiddel!

 

BEWEGING & HUISVESTING

 

  • Beweging is belangrijk! Zorg dat je dit kan realiseren op één of andere manier.
    • Beweging zorgt voor verbranding van afvalstoffen zoals de NEFA’s, die hebben een negatieve invloed op de vruchtbaarheid.
    • Beweging zorgt ook voor een betere calciumstofwisseling.
    • Beweging is eventueel te realiseren door uitloop op een kale weide met een inloop naar de stal.
  • De IDEALE situatie voor transitiekoeien is twee weken vóór tot twee weken ná het afkalven in een groot strohok in een zelfde koppel(tje). Kijk bijvoorbeeld ook of in de hoek van die stal een afkalfhoek gemaakt kan worden met klaphekken.
    • Is zo’n groot strohok niet te realiseren, dan twee dagen voor het afkalven naar de afkalfstal waarbij de koe wél contact heeft met de koppel.
  • Zorg voor goede separatiemogelijkheden van melkstal naar afkalfstal, dat bespaart de boer tijd en de koe stress.
  • Droge koeien moeten 8 uur licht en 16 uur donker hebben, dat is tegenovergesteld aan de melkkoeien
  • Licht, betekent in dit geval minimaal 150-200 lux, anders heeft het nog geen zin.