„Het groeipunt groeit met het gras omhoog. Bij een zwaardere snede (meer dan 4.000 kilo drogestof) Is het daarom aan te raden om minimaal 7 en zo nodig 8 centimeter aan te houden”, stelt Deckers. Hetzelfde advies geeft hij bij percelen met veel Tetraploïde Engels raaigras. „Tetra’s hebben het groeipunt wat hoger zitten.”
Timotee steviger
Deckers erkent dat het niet altijd makkelijk is om het gras op de juiste hoogte af te maaien. „Vooral wanneer het gras gaat liggen. Dit hoeft niet altijd bij een lang gewas, maar kan ook bij een lichter snede voorkomen. Dit is vooral wanneer het gras in een korte periode snel groeit, zoals dit jaar. Het gras heeft dan weinig tijd om lignine (houtstof) te vormen. Lignine vormt zich vooral ook bij veel licht, en dat is eind april nog niet het geval.” Volgens Deckers heeft een aandeel Timotee in het gras een gunstig effect om het gras overeind te houden. „Timotee is iets steviger en heeft een andere groeiwijze dan Engels raaigras, waardoor het minder snel plat gaat liggen.”
Herkansing om door te zaaien
Na het inkuilen van de eerste snede, is er nog een herkansing om percelen met veel open plekken door te zaaien. „Sommige veehouders konden door omstandigheden niet voor de eerste snede doorzaaien. Het is te overwegen om dit voor de tweede snede te doen. Dit kan dan het beste direct na het inkuilen, als de stoppel nog kort is. Wordt er echter een droge periode voorspelt, dan heeft het geen zin.” Overweegt een veehouder voor de tweede snede door te zaaien, dan adviseert Deckers wel om de bemesting nog even uit te stellen. „Het mooiste is om deze percelen eerst te beweiden.”
Uit