Uit

Eindelijk is er meer duidelijk geworden omtrent de invulling van fosfaatrechten in de Nederlandse melkveehouderij. Martijn van Dam, staatssecretaris van Economische Zaken, heeft donderdag een wetsvoorstel naar de tweede kamer gestuurd waarin het een en ander duidelijk wordt gemaakt.

Zoals verwacht bepaalt de hoeveelheid fosfaatrechten de grootte van de melkveestapel in de toekomst. Fosfaatrechten zijn vrij verhandelbaar en worden in eerste instantie uitgekeerd op basis van de grootte van de veestapel tijdens de peildatum van twee juli 2015 en de gemiddelde melkproductie per koe. Bij iedere transactie wordt tien procent van de rechten afgeroomd. Uitzondering hierop zijn transacties die binnen derdegraads familiebanden plaatsvinden.

De exacte omvang van de generieke korting is op dit moment nog niet bekend. Die wordt op 1 juli 2017 naar buiten gebracht. Het streven van staatssecretaris Martijn van Dam is nog steeds om maximaal 8 procent te korten, ‘maar of dit haalbaar is hangt af van diverse factoren.’

Wel is duidelijk gemaakt dat afgeroomde rechten opnieuw worden uitgegeven, wanneer de fosfaatproductie weer onder het Europese plafond is gebracht. De coördinatie hiervan wordt gedaan middels de zogeheten fosfaatbank die gaat worden beheerd door het RVO.

De impact van de fosfaatrechten zal minder te voelen zijn voor biologische melkveehouders en grondgebonden bedrijven. Bedrijven met verhoudingsgewijs veel grond kunnen rekenen op een compensatieregeling. Sowieso blijft de vee/grond verhouding een belangrijke rol spelen in de toekomst, ook wanneer er bijvoorbeeld weer nieuwe fosfaatrechten op de markt komen.

Bron:   Boerenbusiness