Uit

De voorjaarskuilen van 2016 hebben met 959 VEM de hoogste gemiddelde voederwaarde ooit. Dit blijkt uit een analyse van Eurofins Agro.

Daarmee wordt het VEM-record van 2015 verbroken. In dat jaar bevatte de eerste snee kuilen gemiddeld 948 VEM. Met een ruweiwit-gehalte (RE) van gemiddeld 168 gram, een NDF-verteerbaarheid van 77,2 procent en een drogestofgehalte van 46,7 procent, zijn de kuilen volgens Eurofins mooi in balans.

Grillig voorjaar 2016

Het voorjaar begon met bovengemiddelde temperaturen in januari en februari. Eurofins geeft aan dat daarom al vroeg in het voorjaar relatief veel gras op de percelen stond. Sommige melkveehouders hebben daarom geen drijfmestgift toegepast voor de eerste snede, maar dit opgevangen met een kunstmestgift. De maanden maart, april en mei waren vervolgens relatief koud met als uitschieter de koudste Pinksteren sinds 1951. Kenmerkend was de grote hoeveelheid neerslag die dit voorjaar is gevallen, met grote verschillen per regio.

Voor de grasgroei betekent dit, volgens Eurofins, dat na een voorspoedige start in het vroege voorjaar, de echte groei pas laat op gang is gekomen. „Het gevolg is dat we te maken hebben met een bladrijk product. We zien dit terug in de analyses van de voorjaarskuilen door het vrij lage NDF-waarde van gemiddeld 458”, vertelt productmanager Robin Wolf.

Droge eerste snede

Veel voorjaarskuilen zijn gemaakt rond Hemelvaart, zeker in het zuiden en midden van het land. Deze mooie dagen met veel wind hebben ertoe geleid dat de eerste snede relatief droog is met 46,7 procent gemiddeld. „In combinatie met de hoge verteerbaarheid is dit goed voor de benutbaarheid”, zegt Wolf. „Het hogere droge-stof-gehalte remt de passagesnelheid door de pens. Dit heeft een positieve invloed op de opname van de voedingsstoffen uit het ruwvoer. De voorjaarskuilen zijn dan ook goed van te melken.”

Door de hogere drogestof-gehalten is de gemiddelde pH hoger, is het aandeel zuren laag. Ook hebben de kuilen met 129 gram gemiddeld, een opvallend hoog aandeel suiker. Dit komt volgens Eurofins door de koude nachten. De activiteit van bacteriën in de kuil is daarmee redelijk beperkt. Wolf: „Dit betekent dat voorjaarskuilen gevoelig zijn voor broei. Veehouders zullen hier voldoende aandacht aan moeten schenken bij onder andere het uitkuilen.”

Hoge fosforbeschikbaarheid

Een nieuw kengetal die Eurofins introduceerde, is de fosforbeschikbaarheid. De fosforgehalten in de eerste snee kuilen zijn laag met gemiddeld 3,8 gram per kilogram droge stof. Ook dit is een gevolg van het koude groeiseizoen. Echter, de beschikbaarheid van fosfor ligt wel hoog, door de hoge verteerbaarheid van het gewas. De fosforindex komt uit op gemiddeld 112. „Dit betekent dat veehouders met deze voorjaarskuilen veilig kunnen sturen op een hoge fosfor-efficiëntie binnen het rantsoen. De hoge fosforopneembaarheid en de lage bruto fosforgehalten maken dat deze kuilen een positieve invloed hebben op de bedrijfsspecifieke excretie en de Kringloopwijzer”, aldus Wolf.

Tekst: Sjouke Jacobsen
Beeld: Robert Ellenkamp