Op veel maispercelen in Nederland staat nu een goed ontwikkeld vanggewas. Het is belangrijk om dit gewas tijdig onder te werken, waardoor de vertering op gang komt en de stikstof tijdig beschikbaar komt voor de mais.
Door de vroege maisoogst en de warme herfst in 2018 is op de meeste plaatsen in Nederland een goed ontwikkeld vanggewas gegroeid, meldt Platform Verantwoorde Veehouderij. In de wortels en vooral in het blad van de groenbemester is stikstof vastgelegd. Om deze stikstof te kunnen benutten moet de groenbemester worden vernietigd, waardoor de vertering van de plantenresten kan beginnen en de stikstof geleidelijk vrij kan komen.
Voor dit proces is tijd nodig; na ongeveer drie maanden is de stikstofbeschikbaarheid maximaal. Door het liefst voor half maart, uiterlijk 1 april, de groenbemester aan te pakken, komt de stikstof op tijd beschikbaar voor het nieuwe gewas. Per 10 centimeter gewashoogte kan de veehouder 20 kilo korten op de stikstofgift.
Langer laten staan
Langer laten staan van de groenbemester levert weliswaar meer massa op, maar het heeft een aantal nadelen:
– De stikstof uit het vanggewas komt te laat beschikbaar, waardoor minder op de bemesting van het volggewas kan worden bespaard en het risico op nitraatuitspoeling in de herfst groter is.
– Het vanggewas gebruikt vocht uit de bouwvoor wat niet meer beschikbaar is voor de mais. Op de minder vochthoudende gronden kost dit maisopbrengst.
– Het vanggewas groeit wel door, maar neemt weinig stikstof op omdat de bouwvoor na de winter weinig beschikbare stikstof oplevert. Hierdoor neemt de koolstof-stikstof (C/N) verhouding van het gewas toe en duurt het langer voordat deze na vernietigen verteerd is.
Vernietigen
Om de mineralisatie goed op gang te laten komen, dient het vanggewas goed verkleind en gemengd met de toplaag te worden, zeker bij een massaal gewas verdient dit extra aandacht. Ook is het aan te raden de bovengrondse delen van de wortels te scheiden. Frezen met een hakenfrees is een goede methode, maar vergt veel tijd en kost wat meer brandstof. Een schijveneg of een cultivator met brede scharen en schijven werkt sneller.
Bij een massaal gewas zal eerst het gewas verkleind moeten worden met bijvoorbeeld een klepelmaaier. Let er wel op bij dit soort machines dat niet alle planten over de volledige werkbreedte worden afgesneden. Daardoor kunnen te veel planten weer uitlopen. Natuurlijk kan het gewas ook worden doodgespoten met glyfosaat; probeer het gebruik hiervan te vermijden.
Oogsten
Gezien de krappe ruwvoervoorziening overwegen een aantal veehouders om het vanggewas te oogsten. Als een veehouder hiervoor kiest, dient hij dit uiterlijk begin april te doen om te voorkomen dat de mais te laat gezaaid kan worden en er te veel vocht wordt verbruikt door de groenbemester. Eind april moet de mais er al weer in.
Bron: NieuweOogst.nu
Uit