Uit onderzoek op De Marke blijkt dat de benutting van stikstof en fosfaat op melkveebedrijven verder is op te voeren. Tijdens het project steeg de stikstofgebruiksefficiëntie van de zestien Koeien & Kansen bedrijven naar 40%. Voor fosfor realiseren de Koeien & Kansen bedrijven nu een gebruiksefficiëntie van meer dan 80%,Project
In het project Koeien & Kansen geven twee promovendi van Wageningen University, onderdeel van Wageningen UR, aan hoe de meststoffen beter zijn te benutten, terwijl de opbrengst niet zakt. Het onderzoek op proefbedrijf De Marke van Wageningen UR samen met zestien praktijkbedrijven, moest daar met financiële steun van het ministerie van Economische Zaken, de standsorganisatie LTO en van het Productschap Zuivel verandering in brengen. Op De Marke gelden milieunormen als randvoorwaarden voor de melkproductie, terwijl dit voor een commercieel melkveebedrijf andersom is.
Bedrijfsvoering
De onderzoekers stelden gedurende een lange periode vanaf 2000 tot 2011 een bedrijfsvoering in dat ze na evaluatie telkens aanpasten. Daartoe letten zij op de gehele cyclus van vee dat mest produceert, die vervolgens in de bodem wordt verwerkt en door het gewas wordt opgenomen dat daarna weer als veevoer dient. Op deze manier verlaten mineralen via vlees en melk de cyclus, evenals via mestafvoer. Mineralen komen in de cyclus door extra ruw- en krachtvoer dat aan het vee wordt gevoerd en kunstmesttoediening op het grasland en akkergrond. Ongewenst is het verlaten van mineralen uit de cyclus naar het grondwater of de bodem in de vorm van bijvoorbeeld ammonium, fosfaat, nitraat en lachgas.
Maatregelen
Tussentijds namen de onderzoekers een aantal maatregelen om ongewenste lekkages van mineralen te beperken. Zo gebruikten zij in toenemende mate eigen mest in plaats van kunstmest, werden minder kalveren aangehouden op het bedrijf en graasden de koeien korter in de wei. Ook kreeg het melkvee minder krachtvoer en werd de maisoogst gevolgd door een zogenaamd vanggewas in de winter, zodat ook in die periode opname van stikstof en fosfaat door gewassen mogelijk werd. De bemesting met stikstof kunstmest werd geheel gestopt. De jongste maatregel betrof het raffineren van mest.
Resultaat
Zo wist De Marke gras en mais te produceren met een veel lagere aanvoer van kunstmest. De benutting van de mineralen – waar het allemaal om was begonnen – steeg bij stikstof naar 43 %; een forse winst als wordt bedacht dat het landelijke gemiddelde in de jaren tachtig nog 14 % was. Tijdens het project steeg de stikstofgebruiksefficiëntie van de zestien Koeien & Kansen bedrijven naar 40%. Voor fosfor realiseren de Koeien & Kansen bedrijven nu een gebruiksefficiëntie van meer dan 80%, terwijl het nationale gemiddelde slechts 34% was in de jaren tachtig; de bodem P balans is bijna nul. Een opmerkelijke vooruitgang en prestatie. Een uitdaging voor de toekomst is het verlagen van de broeikasgasemissies door onder andere het verbeteren van de voerkwaliteit.
Uit