Uit de eerste dik vierhonderd verse snijmaïsanalyses die BLGG AgroXpertus dit jaar tot oktober uitvoerde, blijkt dat de snijmaïs in Nederland dit jaar gemiddeld 15 gram minder zetmeel bevat. De oorzaak van het lage zetmeelgehalte is het late seizoen en de periodes met droogte gedurende het jaar. De kolf is daardoor in relatief kortere tijd gevuld.
Om toch een hoog aandeel zetmeel te behalen, is het dit jaar extra belangrijk om de maïs goed af te laten rijpen, adviseert BLGG.
Voor een maximale zetmeelopbrengst is het van belang om de maïs te oogsten als de melklijn verdwenen is uit de korrel (deegrijp).
Omdat de meeste kuilen in oktober worden gemaakt, zullen de kuilcijfers gemiddeld nog wel op iets hoger uitkomen dan 345 gram zetmeel. Het verschil met 2012 blijft echter bestaan, verwacht BLGG.
De kuilen gemaakt voor oktober bevatten gemiddeld 332 gram drogestof, 998 VEM en 345 gram zetmeel. Deze cijfers lagen in 2012 respectievelijk op 350 gram droge stof, 1.006 VEM en 360 gram zetmeel.
Uit