Uit

Wanneer er geen maatregelen worden genomen omtrent de maïsteelt, daalt de maïsopbrengst komende jaren met ongeveer 11 procent. De oorzaak is het 5e actieprogramma rond de nitraatrichtlijn die afgelopen jaar is ingegaan, waarbij er minder stikstof en fosfaat op maïsland bemest mag worden.

Dit hield Jaap Schröder van Wageningen UR de aanwezige veehouders voor tijdens de themamiddag: Goed(e) snijmaïs telen, een hele uitdaging! Deze middag wordt georganiseerd door De Commissie Bemesting en Voedergewassen (CBGV). Verschillende sprekers gaven hun adviezen om een opbrengstdaling van snijmaïs te voorkomen.

Volgens Schröder zijn de gebruiksnormen voor voedergewassen gebaseerd op milieukwaliteit en niet op behoudt van opbrengst. De enige manier om de opbrengstdaling te beperken is door gebruik te maken van rijenbemesting met dierlijke mest, fosfaatkunstmestvervangers en een optimaal gebruik van vanggewassen, zo zegt Schröder.

Rijenbemesting

Albert Jan Bos van DLV legde de aanwezigen uit dat met rijenbemesting met dierlijke mest de werking van stikstof met minimaal 25 procent kan verhogen en een verdubbeling van de fosfaatefficiëntie geeft. Op dit moment zijn er twee manier op rijenbemesting toe te passen: drijfmest injecteren en zaaien in één werkgang, of bemesten en zaaien in twee aparte werkgangen maar dan met gebruik van GPS-RTK.

Resultaten uit demovelden van PPO en DLV tonen een vergelijkbare tot hogere opbrengst in het voordeel van rijenbemesting. Dit is bij een lagere dosering van dierlijke mest en zonder toediening van fosfaatkunstmest. „Om rijenbemesting toe te kunnen passen, moet het land zaaiklaar liggen. Dit vraagt om een droge en draagkrachtige grond. Wanneer een perceel te veel verdicht is, is het beter om toch te ploegen en traditioneel volvelds te bemesten”, adviseert Bos.

Andere mineralen verwaarloosd

Wim Bussink van het NMI in Wageningen noemde verschillende vervangers van kunstmestfosfaat die op de markt zijn: Struviet, Humifirst Physiostart en Iseed. De resultaten van deze producten zijn volgens Bussink erg wisselend. Hij legde daarom meer de nadruk op de zuurtegraad van de bodem en de toediening van mineralen als kalium, zwavel en borium. Zo kan de toediening van zwavel 0,5 ton meeropbrengst geven „Deze mineralen worden in mijn optiek nog wel eens verwaarloosd”, aldus Bussink.

Opbrengstverhoging met vanggewas

„Een goed vanggewas betekent goede maïs”, zo stelt Janjo de Haan, onderzoeker bij Wageningen UR. Om het optimale vastlegging van stikstof te halen en deze ze goed mogelijk te gebruiken voor het volgende jaar, adviseert hij om zo het vanggewas zo vroeg mogelijk te zaaien (liefst voor 15 september) en deze voor 1 april onder te werken. „Elke dag later zaaien kost twee kilo stikstofopname per dag”, stelt De Haan. De onderzoeker verwacht op termijn zeker een opbrengstverhoging, wanneer een vanggewas juist wordt toegepast.

Tekst: Sjouke Jacobsen
Beeld: Gerard Burgers