Koeien nemen ook verse of ingekuilde lisdodden op als zij dat krijgen opgediend in hun rantsoen. Het gewas is vezelrijk en zorgt voor een hogere vertering van organische stoffen.
Dat blijkt uit een proef van Louis Bolk Instituut op het KTC Zegveld waar een veld van 0,4 hectare lisdodde ligt. Het gewas kan een alternatief zijn voor melkveehouders op veen, die een te nat of onhandig gelegen perceel hebben.
In Zuid- en Noord-Holland, Gelderland, Friesland en Noord-Brabant liggen meer lisdoddenpercelen. Het gewas blijkt vooral in trek te zijn voor de productie van plaat- en isolatiemateriaal en als veevoer. Bedrijven die willen opschalen, verwachten 30 tot 200 hectare nodig te hebben om aan de vraag te voldoen.
Proeven met droge koeien
Uit proeven met droge koeien blijkt dat het vee lisdodde vreet, zowel vers als ingekuild. Dat vertelde onderzoeker Jeroen Pijlman donderdag in Zegveld, tijdens een praktijkmiddag. ‘De koeien gaven de voorkeur aan de graskuil over de lisdoddenkuil. Ze nemen lisdodde prima op, tot 27 procent in het rantsoen. Daarbij komt wel dat ze een halve kilo minder droge stof opnemen. ‘Maar het rantsoen is door de lisdodde wel vezelrijker.’
De voederwaarde is redelijk. Lisdodde bevat meer calcium dan gras en minder fosfor. ‘Dat is gunstig voor boeren die veel gras voeren.’
De verteerbaarheid is beter dan gras, vooral doordat lisdodde zorgt voor structuur in het rantsoen. ‘We gaan de mest nog verder analyseren’, aldus Pijlman. Ook komt er een vervolgproef met melkkoeien.
Born: NieuweOogst.nu
Uit