Uit

Dierenarts Jan Dijkhuizen van dierenpraktijk De Graafschap adviseert een droogstandsrantsoen met veel snijmaïs, bewerkt stro, aangevuld met een smakelijk, chloorrijk droogstandssupplement. Een opvallend advies: voer geen graskuil in de droogstand.

Dit advies baseert Dijkhuizen op basis van een jarenlange zoektocht naar het optimale transitiemanagement. Als veearts merkte hij dat de oorzaak van veel problemen vanuit de droogstand kwam. „Ik ben geen dierenarts geworden om alleen maar dieren beter te maken. De belangrijkste taak voor een veearts is juist om zieke dieren te voorkomen. Dat is ook direct de reden ik mij al jarenlang verdiept heb in het transitiemanagement. Droogstand gaat veel verder dan alleen maar het voorkomen van melkziekte. Die koe met baarmoederontsteking, slepende melkziekte, maar ook dat dier met een cyste of op een andere manier niet drachtig wil worden, hebben allemaal hun oorsprong vanuit het transitiemanagement.”

Gehaybusterd stro

Het hoge aandeel snijmaïs zorgt volgens de veterinair voor een constant rantsoen met hoog aandeel zetmeel, wat de pens actief houdt om veel zetmeel te kunnen verwerken in de lactatie. Graskuil is veel wisselender van kwaliteit, en is daarom wat hem betreft niet geschikt.

Een droogstandsrantsoen met veel snijmaïs, moet verdund worden met stro. Dijkhuizen adviseert gerust om 4 tot 5 kilo stro in het rantsoen op te nemen. Daarbij ziet hij het liefst topkwaliteit stro wat gehaybusterd wordt. Daarbij wordt het stro geklepeld met een hamermolen, waarbij het als het ware binnenstebuiten wordt gekeerd.

Smakelijke droogstandsmineralen

Om de calciummetabolisme (het vrijmaken van calcium uit de botten) actief te houden, wordt een droogstandsrantsoen vaak aangevuld met een droogstandsbrok met anionische zouten (zwavel en chloor). Aangezien deze zouten de voeropname veelal negatief beïnvloeden, zocht Dijkhuizen naar een product die wel smakelijk is. Daarbij kwam hij terecht bij het product Bio-Chlor, wat vermarkt wordt door VisscherHolland. Dit is een natuurproduct wat vrijkomt bij de lysinewinning van soja.

Structureel bloed tappen

Met dit droogstandsrantsoen is een drogestofopname van meer dan 14 kilo tot aan de dag van afkalven goed mogelijk, stelt de dierenarts. Naast de voeropname is het volgens hem essentieel dat het aandeel ketonen (afvalstoffen) na afkalven laag zijn. Dit kan alleen worden beoordeeld door bloed te tappen. Door standaard bloed te tappen na het afkalven, kan het transitiemanagement het beste bewaakt worden. Dat dit tijd en geld kost, beaamt Dijkhuizen, maar dit betaalt zich volgens hem altijd weer terug.

Bron:  Melkvee.nl