De fosforgift wordt nog lang niet altijd afgestemd op de individuele behoefte van koeien. Daar is volgens Zwier van de Vegte, manager van KTC De Marke, nog veel te halen. ‘Maak onderscheid tussen diercategorieën. Een fosforgehalte van 3,2 gram per kilo droge stof is voor veel melkveebedrijven haalbaar.’
De bedrijfsvoering op melkveeproefbedrijf De Marke in het Gelderse Hengelo is gericht op een laag bedrijfs- en bodemoverschot van stikstof en fosfaat. Al 25 jaar wordt er scherp gevoerd op fosfor. Daarbij ligt het fosforgehalte in het melkveerantsoen op 3,2 tot 3,3 gram per kilo droge stof. Dit leidt op het proefbedrijf niet tot problemen met de diergezondheid.
Wat is het gemiddelde fosforgehalte in Nederlandse melkveerantsoenen?
‘Via de Kringloopwijzer beschikken wij over de data van ongeveer drieduizend melkveebedrijven. Het gemiddelde ligt op 3,8 tot 3,9 gram fosfor per kilo droge stof. Het betreft vooral bedrijven met mais in het rantsoen. Bovendien hebben deze veehouders al lichtelijk gestuurd op fosfor. Het landelijk gemiddelde is daarom hoger, circa 4 gram fosfor per kilo droge stof. Maar de variatie is heel groot.’
Wat is de ondergrens?
‘Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat 2,7 gram fosfor per kilo droge stof bij een melkgift van 8.000 tot 9.000 kilo per koe de absolute ondergrens is. Dat zou ik dus zeker niet adviseren. Je moet het bovendien in het perspectief zien met de melkgift. Op De Marke zitten we al jaren op een fosforgehalte van 3,2 tot 3,3 gram per kilo droge stof. De melkgift ligt bij ons op 9.000 kilo per koe. De koeien zijn supergezond. Het fosforgehalte zou nog iets naar beneden kunnen, maar dat is niet nodig omdat de fosforaanvoer en -afvoer in balans zijn.’
Kunnen boeren nog ver terug in de fosforgift?
‘Nevedi heeft aangegeven dat ze als collectief via aanscherping van het voerspoor 1,7 miljoen kilo fosfaat kan reduceren. Boeren kunnen zelf die slag ook maken. Als dit gebeurt, kan de reductie via het voerspoor nog wel eens groter zijn dan 1,7 miljoen kilo fosfaat. Ik schat dat melkveebedrijven gemiddeld nog 20 procent kunnen besparen op de fosforgift. We kunnen in Nederland terug van 4 naar 3,2 gram fosfor per kilo droge stof. Voor een bedrijf met een gemiddelde melkproductie is dat zeker veilig.’
Twijfelen boeren over die veiligheid?
‘Bij melkveehouders leeft het idee dat fosfordaling kan leiden tot zieke koeien. Die komen in de praktijk dan ook voor. Maar dat heeft vooral te maken met mismanagement, met name rond het afkalven. Als koeien dan niet fit zijn en het rantsoen weinig fosfor bevat, dan zullen ze er te weinig van opnemen. Dan kan een acuut tekort ontstaan.’
Wat gebeurt er bij een tekort?
‘Fosfor is een belangrijk onderdeel voor de aanmaak en omzetting van eiwit. Koeien die te weinig fosfor krijgen, zullen dalen in de melkgift. Verse koeien zijn erg gevoelig voor een fosfortekort. Ze zijn duf, vreten weinig en hebben moeite met staan. De verschijnselen lijken veel op die van melkziekte. We horen dat nog wel eens van boeren. Ze dienen daarom fosforpillen toe.’
Hoe kunnen boeren veilig omlaag in de fosforgift?
‘Laat je droogstaande koeien voldoende vreten. Zorg ervoor dat de pens en de stofwisseling niet in slaap sukkelen. Leg de koe op de dag van afkalven in de watten. Wij geven haar energiedrank om de eetlust op te wekken. De pens moet actief blijven. Zorg ervoor dat koeien gedurende de lactatie allemaal een fosforgift naar behoefte krijgen. Je kunt fosfor weghalen bij koeien in de midden- en eindgroep en dat aan de hoogproductieve koeien geven. Dat lukt goed als je twee verschillende soorten brok voert, dus geen TMR.’
Meer maatwerk dus?
‘Ja, een koe die 20 kilo melk geeft, kan prima uit de voeten met 2,6 tot 2,8 gram fosfor per kilo droge stof. Maar verse koeien die 40 kilo melk geven, hebben 3,7 gram fosfor per kilo droge stof nodig. Maak onderscheid tussen diercategorieën. Dat gebeurt nog te weinig.’
Hoe pakt De Marke het aan?
‘Het basisrantsoen bestaat uit 2,8 gram fosfor per kilo droge stof. We voeren daarnaast een standaardbrok met 3 tot 3,5 gram fosfor per kilo droge stof en een eiwitrijk brok met 7 gram fosfor per kilo droge stof. Deze brok is vooral bestemd voor hoogproductieve koeien.’
Hoe hoog is het fosforvoordeel?
‘De Marke realiseert in de BEX een fosforvoordeel van 22 procent. Dat komt onder andere door het aandeel snijmais. Voor melkveehouders met veel gras in het rantsoen wordt het lastig om zoveel voordeel te realiseren. Want in hun basisrantsoen zit vaak al meer dan 4 gram fosfor per kilo droge stof.’
Wat adviseert u?
‘Compenseer met energierijke voeders zoals maismeel, tarwemeel of aardappelpersvezels. Daarmee kun je het hoge aandeel fosfor en eiwit opheffen. Producten zoals bierbostel moet je in dit soort rantsoenen vermijden. Dat geldt ook voor het fosforrijke raapzaadschroot. Dit zouden we in Nederland sowieso niet meer moeten voeren.’
Hebt u nog meer tips?
‘Maak de rantsoenberekening samen met je mengvoerfabrikant. Hun rekenprogramma’s zijn erop gericht om dicht bij de fosfordekking te komen. Een voordeel is dat er op de analyses van kuiluitslagen tegenwoordig ook het beschikbare fosfor staat vermeld. Verder geeft het kengetal ‘kilo melk per kilo fosfaat excretie’ ook handvatten. Hierbij speelt naast scherp fosfor voeren het aantal stuks jongvee een grote rol. Binnen de studiegroep Vruchtbare Kringloop Achterhoek en Liemers varieert dit tussen 150 en 230 kilo melk per kilo fosfaatexcretie.’
Uit