Uit

koeOndernemers moeten inzetten op financiële buffers, focus op productiekosten en behoud van maatschappelijk draagvlak. Dat stelt De Rabobank in haar vernieuwde visie ‘Melken in balans’. De Rabobank onderscheidt zeven factoren waar melkveehouders mee aan de slag moeten om te zoeken naar een nieuwe balans: ondernemerschap, markt en concurrentie, mineralen en grond, financiering en maatschappelijk draagvlak.

Uitdagingen

“Er zijn grote uitdagingen voor de Nederlandse melkveehouderij”, stelt Marijn Dekkers, sectormanager bij de Rabobank. “Melkveehouders zullen zich nog meer moeten ontwikkelen van boer naar ondernemer, want er komt veel op hen af. Van sterk schommelende prijzen tot nieuwe regelgeving en de noodzaak van maatschappelijk draagvlak.” Volgens Dekkers ligt de agrarische sector onder een vergrootglas. “De mate waarin de ondernemer in de bedrijfsvoering rekening houdt met maatschappelijke wensen, zoals weidegang, diergezondheid en biodiversiteit, zijn sterk van invloed op de publieke opinie en draagvlak”, stelt Dekkers. “Investeringen in dierwelzijn en milieumaatregelen zijn beter betaalbaar en rendabeler als je ze combineert met een groter aantal koeien, maar meer melk betekent niet per definitie meer inkomen”, voegt Dekkers toe. Volgens Dekkers is het meer dan ooit duidelijk dat groei van het bedrijf alleen maar kan als de productiefactoren goed op elkaar zijn afgestemd, ondernemers goed omgaan met mest en milieu en er maatschappelijk draagvlak is. Daar speelt weidegang van koeien een belangrijke rol in.

Nieuwe werkelijkheid

De afgelopen tien jaar lieten de melkprijzen schommelingen zien. “De snelle en sterke ups en downs zijn de nieuwe werkelijkheid”, voorspelt Martin Eising, sectormanager melkveehouderij bij de Rabobank. “We verwachten dat de melkprijs zich medio 2016 zal herstellen.” Volgens Eising moeten melkveehouders de financiële weerbaarheid hebben om dalingen in de melkprijs op te vangen. “Dat kan door in goede tijden buffers op te bouwen en door goed en vroegtijdig inzicht te hebben in de verwachte kasstromen.” Ook gaan melkveehouders met een financiering verplichtingen aan voor de langer termijn, terwijl het bedrijfsresultaat op korte termijn kan veranderen, stelt Dekkers. “Dat vraagt om goed inzicht in de financiële positie. “Bij het aangaan van een financiering kijken we nog scherper of een onderneming ook over tien jaar nog bestaansrecht en maatschappelijk draagvlak heeft. Bedrijven die bovengemiddeld scoren op duurzaamheid, zoals met dierenwelzijn, weidegang, biodiversiteit of CO2, hebben meer toekomstperspectief”, aldus Dekkers.