Fosfaatrechten 1 jaar uitgesteld Gepost 14 oktober, 2016

Uit

De invoering van het stelsel van fosfaatrechten wordt met 1 jaar uitgesteld tot 1 januari 2018. Dit omdat de kans groot is dat de Europese Commissie de rechten, die gratis worden verstrekt en vrij verhandelbaar zijn, anders zou kunnen betitelen als ongeoorloofde staatssteun. Dat heeft staatssecretaris Van Dam vandaag bekendgemaakt.

 De peildatum voor de toekenning van fosfaatrechten blijft 2 juli 2015.

De generieke korting die in het wetsvoorstel is voorzien, zal niet worden toegepast nadat de rechten zijn verstrekt, maar direct worden verwerkt in de hoeveelheid rechten die wordt toegekend op 1 januari 2018. Boeren ontvangen dan een hoeveelheid rechten die overeenkomt met het derogatieplafond. Fosfaatrechten worden op datzelfde moment vrij verhandelbaar, vanaf 1 januari 2018.

Hogere generieke korting

Oorspronkelijk zou er in 2017 al sprake zijn van afroming van fosfaatrechten bij overdracht van rechten tussen bedrijven. Die afroming zou schelen in de generieke korting. Nu het stelsel een jaar wordt uitgesteld, is er geen afroming in 2017. Alle reductie die nodig is om onder het fosfaatplafond te komen, zal daarom moeten worden gerealiseerd bij de invoering van het stelsel. Die generieke korting valt daardoor hoger uit. Hoe veel hoger precies, kan staatssecretaris Van Dam niet aangeven omdat niet duidelijk is hoeveel overdrachten er in 2017 zouden plaatsvinden.

Derogatie

Door de uitstel van het stelsel van fosfaatrechten met 1 jaar komt feitelijk ook de derogatie voor 2017 op de tocht te staan. Volgend jaar is er officieel geen instrument dat waarborgt dat de fosfaatproductie daalt tot onder het niveau van 2 juli 2015. De Europese Commissie eist van Nederland wel een degelijk pakket maatregelen om de fosfaatproductie volgend jaar te reduceren. Anders blijft een ingebrekestelling vanwege overtreding van de derogatiebeschikking reeel, volgens Van Dam. Overleg hierover met Brussel wordt voortgezet.

‘Derogatie te grabbel gegooid’

CDA-parlementariër Jaco Geurts reageert boos. Hij twittert dat de derogatie te grabbel wordt gegooid, en dat familiebedrijven de dupe zijn.

Aanpassen

Nederland moest het stelsel van fosfaatrechten op onderdelen aanpassen om ervoor te zorgen dat de Europese Commissie deze vorm van ‘staatssteun’ middels vrij verstrekte, verhandelbare rechten wel accepteert.

Staatssteun wordt geacht te ontstaan op het moment dat de fosfaatrechten verhandeld kunnen worden en daarmee dus een waarde krijgen. Door de verhandelbaarheid uit te stellen tot het moment waarop de generieke korting wordt toegepast, wordt ervoor gezorgd dat staatssteun pas ontstaat zodra Nederland weer onder het fosfaatproductieplafond produceert. Hiermee vervalt het belangrijkste fundamentele bezwaar van de Europese Commissie om staatssteun verenigbaar te kunnen verklaren met de interne markt, schrijft Van Dam.

Geen concurrentievoordeel

Nederland heeft in Brussel geprobeerd uit te leggen dat boeren de introductie van fosfaatrechten allesbehalve zien als staatssteun; het beperkt juist de uitbreidingsmogelijkheden van de bedrijven. Boeren kunnen de rechten alleen verzilveren als ze stoppen. Bovendien hebben Nederlandse veehouders door het gratis verstrekken van de fosfaatrechten ook geen concurrentievoordeel tegenover andere landen. Het is juist andersom: de rechten zorgen voor een concurrentienadeel omdat de productiekosten in Nederland omhoog gaan. De Europese Commissie hield echter voet bij stuk en eiste een aanpassing van het stelsel.

Tekst: Gineke Mons
Bron:  Melkvee